Gedragscode voor jeugdtrainers

Algemeen

  • Als jeugdtrainer probeer je je spelers het ganse seizoen gemotiveerd te houden. Zoek regelmatig naar nieuwe uitdagingen om de spelers te prikkelen. Probeer steeds positief en opbouwend te zijn naar de spelers toe. Spelers die een moeilijke periode doormaken neem je best eens apart.
  • De jeugdtrainer dient de goede naam van de club uit te dragen door zelf een voorbeeld te zijn in zijn gedrag en woordgebruik. Hij eist de nodige discipline, beleefdheid en sportiviteit van zijn spelers.
  • Een jeugdtrainer gaat nooit in de kantine een discussie aan met ouders of spelers. Maak een afspraak zodat het gesprek op een rustige manier kan verlopen eventueel in het bijzijn van de jeugdcoördinator. Indien de trainer een speler wil sanctioneren dient hij hiervoor altijd te overleggen met de jeugdcoördinator.
  • De club rekent op de aanwezigheid van de trainers tijdens onze eigen tornooien.
  • Om zijn betrokkenheid met de club te tonen, wordt van de trainer verwacht dat hij op extra sportieve activiteiten van de club aanwezig is en mee te helpen indien de omstandigheden dat vereisen
  • De jeugdtrainer respecteert de structuur en visie van de club, de aan hem toegekende bevoegdheden en de beslissingen die genomen worden door het bestuur.

Omgang met spelers en coaching

  • Ga op een positieve manier om met alle spelers en sta open voor de mening van de spelers, maar zorg voor de nodige discipline. Elke speler is even belangrijk, dus geven we de uitleg en de demo steeds voor allemaal samen. De trainer zorgt ervoor dat hij iedereen ziet en dat alle spelers de uitleg horen of de demo zien.
  • Geef de uitleg en de demo tegelijkertijd (of laat de spelers demonstreren). Hou dit zo kort mogelijk, en laat de oefening zo snel mogelijk starten.
  • Durf te coachen zodat ze voelen dat je hen wil helpen. Coach steeds op een positieve manier. Geef opbouwende kritiek en sluit steeds af met een positieve toets. Laat spelers zelf tijdens de demo de sterk en de zwakke punten van de uitvoering vaststellen.
  • Zorg voor uitdagende vormen (“Wie kan..?”)
  • Spreek de taal van kind, gebruik beeldspraak bij de jongste.
  • Geef tijdens de wedstrijd(vormen) geen richtlijnen aan de speler die aan de bal is voordat hij zijn actie verricht: laat hem zelf de oplossing vinden.

Bij een leergesprek worden de doelstellingen geëvalueerd (na een wedstrijdvorm of een training). Laat hen actief deelnemen en vermijd dat het een luistergesprek wordt.


Hoofdsponsors